Vandaag gaat ons kleine meisje (Floor)in Haarlem onder het mes bij de KNO. Amandelen. Arm kind. We duimen dat het allemaal meevalt. Wij starten met een duik in zee en Tineke wil vandaag nog niet verder. Het is hier ook zo relaxt. Dus blijven we nog een dag en gaan morgen bijtijds verder. Ik werk m’n dagboeken bij en ben even later ook op het strand. Het is er gezellig druk. De verkopers met hun kralen, blousen,telefoonhoesjes , selfie-sticks en ga maar door komen om de haverklap langs . Wel zielig hoor. We hebben ze niets zien verkopen. We lezen – zwemmen – lezen – zwemmen en gaan om 13.00 uur in het dorp een pizza eten. Tineke heeft een 4 formaggio, en ik iets met ansjovis. Ze zijn ernstig groot en komen op geen enkele bladzijde in het boek van Sonja Bakker voor. Die van Tineke pruttelt als een kaasfondue. Mijn moeder kent dat wel van Tre Santi!!! We krijgen ze op maar zitten wel bomvol. Uitbuiken op het strand. Allebei pitten. Heerlijk. Dan gaan we om 16.00 uur op de fiets naar Paestum. Een archeologische plaats van 600 B.C. Hier staan 3 Griekse tempels waarvan wordt beweerd dat de grootste mooier en gaver is dan de Acropolis in Athene. We nemen het zonder meer aan. Is eigenlijk niet zo belangrijk maar deze zijn wel indrukwekkend mooi en je ziet pas hoe groot ze zijn als je erbij staat. Krijg je op een foto niet vastgelegd. Er is ook nog een museum bij met allerlei zaken die ze hebben opgegraven , maar potjes en pannetjes hebben we al zo veel gezien, dat wij lekker op een terrasje in de schaduw een half litertje wijn weg gaan tanken. Dan terug bij de camper dagboekje schrijven, kaarten schrijven, beetje opruimen vast en we eten een salade met lekker veel mozzarella. We hebben de camperplaats afgerekend, en een fles wijn kado gekregen en morgen gaan we bijtijds naar de andere kust van Italië, onder Bari. We zijn zeer benieuwd wat we daar aantreffen.

Deze reis heeft bij ons de liefde voor dit land weer aangewakkerd. We hebben ons afgevraagd waarom dit zo’n lekker land is. Wel, in de eerste plaats is het het land waar ik als kind vele leuke vakanties heb doorgebracht rond het Gardameer. Daarnaast vind ik het de mooiste taal die er is, op het strand en in het dorp hoor je alleen maar Italiaans. Dan zijn er nauwelijks buitenlandse toeristen. Verder is het natuurlijk de Italiaanse keuken, en hebben we hier vooral in het zuiden alleen maar vriendelijke mensen ontmoet. En dan natuurlijk het klimaat. Overdag natuurlijk lekker tegen de 30 graden maar vooral ’s avonds blijft het zwoel maar ’s nachts niet te broeierig. Het weer klopt hier gewoon. Genoeg lofzang op Italië. Maar la vita is hier wel heel bella.